Het Protestantisme in Bergen op Zoom
Voor de vroegste geschiedenis van het Protestants kerkelijk leven in Bergen op Zoom moeten we teruggaan naar het jaar 1580. In dat jaar komt er een einde aan het Spaanse bewind en valt de stad in “staatse” handen met dito religie: de Nederduyts Gereformeerde kerk. De eerste protestantse diensten worden gehouden in de Sint Maartenskapel, die stond aan wat nu het Gouvernementsplein heet.
Hoewel er in diverse Brabantse steden nog regelmatig sprake is van machtswisselingen, weet Bergen op Zoom de “Spaanse scharen te stutten”, zoals het populaire Bergse volkslied “Merck toch hoe sterck” uit 1626 ons voorhoudt. Dat komt mede door de aanwezigheid van een Zeeuws garnizoen, waarvan de officieren in feite het gezag over de stad nemen. De katholieke markies verlaat de stad om zijn intrek te nemen in zijn kasteeltje te Wouw.
De protestantse krachten geven de macht niet meer uit handen en de uitoefening van het katholieke geloof wordt onmogelijk gemaakt.
In 1580 komt de eerste vaste predikant in de stad, mr. Franciscus Pauli. De St.Gertrudiskerk wordt aan de Nederduyts Gereformeerde kerk in gebruik gegeven.
In 1585 wordt dominee Jacobus Baselius senior in Bergen op Zoom beroepen, maar vooral zijn zoon Jacobus Baselius junior verwerft een belangrijke rol in Bergen op Zoom. Een voorbeeld van zijn inzet voor de stad is het feit dat hij op een zondag, na de kerkdienst, gewapend met spa en laarzen, gaat helpen bij de aanleg van de vestingwerken.
In 1597 richt hij, met financiële hulp van o.a. prins Maurits, het Protestants Weeshuis op; deze stichting bestaat nog steeds.
In 1815/1816 wordt door koning Willem I een nieuwe kerkorde ingesteld; vanaf die tijd spreken we van de Nederlands Hervormde kerk.
Gereformeerde kerk
In 1857 ontstaat in Bergen op Zoom een kerkelijke groepering, die zich afscheidt van de Nederlands Hervormde Kerk. Het zijn de zogenaamde “kleine luyden”, die samenkomen in de Dubbelstraat. In 1892 vormen zij, samen met de “Dolerenden”, de Gereformeerde Kerk te Bergen op Zoom en gaan kerken in de Moeregrebstraat, in een schoolgebouw, ook wel genoemd “het achterom”.
In 1928 wordt door deze groep een nieuwe kerk gebouwd, de huidige Otmoetingskerk, met een pastorie en een kosterswoning aan de rand van de stad. De architect ervan is ir. Boeyinga uit Amsterdam.
Samenwerking en fusie
In de 90-er jaren zoeken Hervormden en Gereformeerden naar vormen van samenwerking, hetgeen resulteert in een gezamenlijk gebruik van de Gereformeerde Kerk.
In 1995 krijgt het gebouw de naam “Ontmoetingskerk” en in 1998 federeren de Hervormden en de Gereformeerden.
Op 22 mei 2001 wordt per ministerieel besluit de Ontmoetingskerk met pastorie en kosterij tot rijksmonument verklaard.
In 2002 wordt een omvangrijke restauratie uitgevoerd en wordt het gebouw aangepast aan de eisen van de tijd. Als kroon op het werk wordt een orgel uit de Petruskerk in Vlissingen overgenomen, waarvan wel wordt gezegd dat het “gemaakt lijkt voor de Ontmoetingskerk”.
In 2005 wordt op de zondag van de eerste advent (27-11) , na de landelijke fusie tot Protestantse Kerk van Nederland (PKN), de plaatselijke fusie-akte getekend in aanwezigheid van notaris mr. Gert Zoon.